Na ruim anderhalf jaar zonder auto gedaan te hebben begint voor Wouter de zoektocht naar een nieuwe bolide. Genieten geblazen! Deel 2: de Volvo 480.
Na mijn laatste youngtimer, een BMW 525i uit 1991, had ik me voorgenomen er niet meer aan te beginnen. Niet langer wakker liggen van roest, een raar geluid of een afgebroken deurhendeltje dat zelfs op marktplaats niet meer te koop is. Ik had me voorgenomen voor een ‘moderne’ auto te gaan uit het B-segment, betaalbaar in het gebruik en zonder gezeur. Na meerdere verstandige auto’s bekeken te hebben begon het in de verte toch weer te kriebelen. Ik begon redenen te zoeken waarom ik écht voet bij stuk zou moeten houden maar wist die tegelijkertijd te pareren met het argument der argumenten: de charme van een oudere bolide.
Gelukkig wist ik nog enig gezond verstand te behouden door youngtimers te selecteren die niet al te zwaar zijn én geen drankprobleem hebben. Al snel bleek één auto er met kop en schouders bovenuit uit te springen. Een auto die ik als kleine jongen al bijzonder hoog had zitten: de opvallende Volvo 480.
Wie opzoek is naar pareltjes kan vandaag de dag niet meer heen om de gebruikersfora. Op het 480 forum bleek een keurig, zwart exemplaar dan ook snel gevonden. Helaas geen Turbo maar wel een lage km-stand en een splinternieuwe APK. Na de vele foto’s op zijn minst 10 keer bestudeerd te hebben besloot ik contact op te nemen met de eigenaar. Een vriendelijke meneer vertelde me alles over zijn ‘kind’ en was zelfs bereid mij op het werk op te pikken voor een proefrit. Kijk, dat is nog eens service: alsof ik een nieuwe Lexus koop!
Precies op de afgesproken tijd kwam de zwarte 480 aanrijden. De eigenaar, mid-50 en vlotte babbel, stopte voor mijn neus en ik liep in alle rust een rondje om de opvallend getekende carrosserie. “Mooie auto”, liet ik mij ontvallen. Op een klein plekje na geen roest te bekennen en de auto zag er gewoon strak uit. Het openen van het portier ging goed, het sluiten een stuk minder: ik moest drie keer trekken voor een dichte deur. Jammer, maar niet onoverkomelijk.
De 1.7 liter grote Renault motor sloeg probleemloos aan en de eerste versnelling bleek trefzeker en stevig in te leggen. Het oude beestje reed best en wist heel wat bekijks te trekken: van opgestoken duimpjes op de snelweg tot stomverbaasde kinderen die zo’n klassiek ogend ‘ruimteschip’ nooit eerder gezien hadden. Toch wel erg gaaf, zo’n exclusieve auto! Net toen ik me echt lekker – en ‘beroemd’ – begon te voelen in de 480 ging het paniek lampje (!) branden. What the heck?! Dat maken we niet iedere dag mee! De eigenaar was er van overtuigd dat er niets aan de hand was en probeerde me gerust te stellen: “Meneer, het lampje brandt gewoon fel”. Ja, me dunkt! Het lampje schijnt zo fel omdat er wat aan de hand is! Om niet direct in vervelende discussies te belandden, en ik verder niets kon merken aan de auto, liet ik het erbij zitten. We arriveerden op de plaats van bestemming en toen ik uitstapte had ik mijn besluit al genomen: dit gaat ‘m niet worden, ondanks dat ik de eerste kilometers erg enthousiast was. Ik keek nog even om hoe de auto wegreed en bedacht me dat ondanks het fel brandende lampje de vonk niet was overgesprongen. Jammer!
De zoektocht gaat verder. Hebben jullie nog tips? Het mag best een youngtimer zijn 😉
Reacties