Stel: je gaat met je vriendin een weekendje naar de Franse Ardennen. Met welk vervoermiddel ga je dan? Als autogek ben je daar natuurlijk al weken mee bezig. Je vermijdt woorden als Thalys, cabriolet en stationwagon (voor de gevreesde brocantes). Je noemt het een ‘verrassing’. En dan kom je voorrijden met een Clio’tje. Een week geen intimiteit?
Le grand départ
Het is al laat in de middag als ik met de knalgele Renault voor de souterrainwoning van Lotte verschijn. Ik toeter. En 3 minuten later weer. Altijd vertraging met die dames. Lotte steekt haar hoofd door de deur en lacht. “Je hebt weer eens aan jezelf gedacht,” zegt ze met een grijns. Ik kan het niet ontkennen. De Renault Clio RS Trophy is mijn ‘snode plan’. Het is een mannenauto. Plankhard en gebouwd om de bochtige wegen van de Ardennen onveilig te maken.
Memory lane
Voor dat het zover is, rest ons uren saai Nederlands asfalt. Filerijden en een pitstop bij de McDonalds. België komen we gebroken door; de Trophy is écht plankhard. Precies twee jaar geleden ging ik met mijn broertje hetzelfde avontuur aan. In een ‘normale’ Clio RS. Het was de eerste keer dat we een hot hatch reden. Onvergetelijk. Nu hou ik me in. Niet alleen vanwege Lotte. Ook omdat de sensatie van toen niet nieuw meer is. Word ik oud, of ben ik verwend geraakt na bijna vier jaar love at first drive?
Het plein van de Hertog
Ons eerste verblijf is in Charleville-Mézièrs. Een ‘dubbelstad’ gelegen aan de Maas. Van de 50.000 inwoners is weinig te merken als we rond de klok van ’22’ arriveren. Zelfs het hotel is onbemand. Met een cijferslot (quatre-cinq-trois-neuf) open ik de poort naar onze eerste nacht. Het hotel is sinds de jaren ’80 niet veranderd. Behalve het matras: een tikkeltje chemisch van geur, maar très comfortabel! De volgende dag duiken we vroeg de stad in. Op de Place Ducale na is er bar weinig te beleven in Charleville. De Fransen die hier wonen lopen erbij alsof joie de vivre niet bestaat. Ik wil rijden. De ruimte opzoeken. Lotte stemt in, op voorwaarde dat we bij de Office du tourisme een lijst met lokale brocantes ophalen. “Als we tijd over hebben,” mompel ik.
Snelle stofzuiger
We verlaten Charleville en trekken het Parc Natural regional des Ardennes in. Met de kilometer wordt het rustiger, groener én bochtiger. Wat een prachtig gebied. Langzaam maar zeker verhoog ik het tempo en als Lotte even wegdoezelt, druk ik de RS-knop in. Party time! Speciaal voor de Trophy is de turbomotor opgekieteld tot 220 pk. En ik wil ze allemaal zien galopperen. Het blok heeft wat aansporing nodig, maar zodra de turbo meeblaast is het een ongekend snelle hot hatch. Heerlijk om de Clio op koppel te rijden, van bocht naar bocht, heuvel over heuvel. Het onderstel geeft geen krimp. Het is speels, koersvast en compromisloos sportief. De Clio en ik zijn net lekker op dreef als Lotte haar ogen opent: “pffff het lijkt wel of ik in een ouderwetse stofzuiger zit,” refererend naar het geluid van de motor. Ze heeft een punt, maar toch. De RS Trophy verdient beter. Ik schakel een paar versnellingen op en de ‘stofzuiger’ komt tot rust. Maar goed ook, we trekken de bebouwde kom in.
Wilde paarden
In Tournavaux, een pittoresk dorpje, hebben we een Airbnb geboekt. Gastheer Hervé staat ons al op te wachten. Op de foto’s zag het er prachtig uit. In het echt is het nóg beter. Vanaf het terras van ons châlet kijken we uit op de Semois vallei. Wilde paarden galoperen in het rond terwijl het water van de Semois, een vertakking van de Maas, ruig stroomt. Vanuit mijn ooghoek zie ik de Clio goudgeel schitteren in de zon. Ik ben een gelukkig mens. In tegenstelling tot onze nacht in de stad, is dit weer het Frankrijk dat ik zo ontzettend waardeer.
Allround hot hatch
De volgende ochtend weet ik me even los te rukken uit het relationele bestaan. In m’n uppie ga ik naar de bakker. Niet in het dorp, stel je voor; ik rij wel even verder. De Clio is koud en nog wat nukkig. Ik laat het schakelen aan de automaat over, maar merk al snel dat ik het heft in eigen hand neem. De elektronica van de bak mist gewoon wat scherpte. Eigenlijk is dit het enige, échte kritiekpunt dat ik kan vinden. De Clio RS is en blijft een begerenswaardige allround hot hatch. Zelfs in Trophy trim. Persoonlijk zou ik dat ‘pakket’ laten voor wat het is: de standaard RS heeft een fijnere balans in het onderstel. Een uur later keer ik terug naar Tournavaux. “Was het stokbrood uitverkocht?,” vraagt Lotte. “Nee, ik ben onderweg gestopt bij een brocante.” Mijn grap valt niet in goede aarde. En dat met een rit van 400 km voor de boeg.
Love at second drive?
Via het indrukwekkende kasteel van Sedan rijden we terug naar Les Pays-Bas. Lotte slaapt. Ik laat mijn gedachten de vrije loop over de afgelopen dagen. De hernieuwde kennismaking met de Clio RS was gaaf. Maar minder sensationeel dan twee jaar geleden. Dat ligt niet aan de speelse Clio, maar aan mij. Ik word burgerlijk. Misschien een dCi de volgende keer? Ik kijk naar Lotte. Ze legt tevreden haar hand op m’n knie en slaapt rustig verder. Ah, toch nog wat intimiteit 😉
Met dank aan Renault Nederland.
Meer Renault? Check hier al onze Renault reviews!
Categorieën
Reacties